Welkom op de pagina ‘Over ons’. Onze webshop Doodaas.nl is volledig gewijd aan het doodaasvissen in al zijn facetten. Van algemene informatie over het doodaasvissen tot het aanschaffen van dood aas, en van het maken van een voerstek tot de technieken en montages die hierbij horen. Daarnaast behandelen we de vijf belangrijkste fasen: aanbeet, aanslag, drillen, landen en onthaken. Hoewel het snoekvissen met dood aas centraal staat, besteden we ook aandacht aan het vissen op snoekbaars, meerval en baars. Alle aspecten van het doodaasvissen passeren op onze webshop de revue.
De impact van regelgeving op doodaasvissen
Sinds het Besluit van 14 april 1997 (nadere regelgeving Visserijwet 1963), dat het gebruik van levende aasvissen verbiedt, is het vissen met dood aas steeds populairder geworden. Als fervente roofvissers hadden wij in eerste instantie moeite met dit besluit. Toch bleek het al snel een kans in plaats van een beperking.
Vanuit onze achtergrond als kunstaas- en karpervissers ontdekten we de mogelijkheden van dood aas. Met regelmaat wierpen we destijds een makreelstaart of sardine richting de horizon. Achteraf gezien een waardevolle ontdekking: het vissen met dode aasvissen trok vaak de grotere roofvissen, zoals snoek en snoekbaars, naar onze stekken.
Beperkte tijd
Door werk, studie en familieverplichtingen kunnen wij slechts tien tot vijftien dagen per jaar serieus aan doodaasvissen doen. Dit maakt een optimale voorbereiding essentieel. Tijdens die schaarse visdagen streven we ernaar om een aantal grote snoeken en snoekbaarzen te vangen. Elke minuut aan het water is kostbaar, en daarom is het van belang om alle factoren die ons succes kunnen beïnvloeden zo goed mogelijk te begrijpen en te benutten.
Om onze kans op succes te vergroten, hebben we ons de laatste jaren nog verder verdiept in deze doodaasvisserij. Dit deden we onder andere door het bijhouden van een gedetailleerd logboek waarin we nauwkeurig onze waarnemingen noteerden, zoals watertemperatuur, luchtdruk, windkracht en -richting, het gedrag van de vissen, en het aantal aanbeten binnen een bepaald tijdsbestek. Daarnaast namen we de locaties en omstandigheden waarin de vissen gevangen werden zorgvuldig op. Zo leerden we bijvoorbeeld welke plekken van een water gedurende bepaalde seizoenen en weersomstandigheden het meest productief waren.
Het logboek stelde ons in staat patronen te herkennen die ons hielpen bij het plannen van toekomstige visdagen. Bijvoorbeeld, we ontdekten dat bij een specifieke combinatie van watertemperatuur en windrichting bepaalde montages en aaskeuzes beter werkten dan andere. Bovendien bleek dat het tijdstip van de dag vaak doorslaggevend was, vooral tijdens perioden met weinig activiteit. Dankzij deze gegevens konden we onze visstrategieën steeds verder verfijnen.
Experimenteren
Naast het logboek hebben we ons ook verdiept in literatuur en visrapportages van andere ervaren vissers. Deze kennis vulden we aan met eigen experimenten op het water. Zo onderzochten we niet alleen welke soorten aas het meest effectief waren, maar ook hoe kleine aanpassingen in montage, zoals de lengte van de onderlijn of het gewicht van het lood, de kans op een aanbeet konden vergroten. Zelfs subtiele details, zoals het injecteren van aasvissen met aroma’s of olie, bleken in bepaalde omstandigheden een wereld van verschil te maken.
Met deze uitgebreide voorbereiding proberen we het maximale uit onze beperkte visdagen te halen. Het geeft ons niet alleen meer vertrouwen, maar ook een enorme voldoening wanneer alle puzzelstukjes op hun plaats vallen en we beloond worden met een grote snoek of snoekbaars. Het is juist deze combinatie van voorbereiding, ervaring en het onverwachte dat het doodaasvissen voor ons zo’n boeiende uitdaging maakt.