De snoek is een vissoort waarover talloze verhalen bestaan. Zijn reputatie als roofvis heeft geleid tot een beeld van de snoek als een woest, onverzadigbaar en mysterieus dier dat mensen en dieren, zoals kleine honden, zou aanvallen, vooral in de Middeleeuwen.
Ook tegenwoordig duiken er regelmatig berichten op over kleine hondjes die bij de waterkant verdwenen zouden zijn. De boosdoener is vaak een snoek of meerval.
Mensen zijn altijd al gefascineerd geweest door de snoek vanwege zijn lengte en leeftijd. Vrouwtjes worden meestal 12 tot 13 jaar oud en mannetjes 5 tot 6 jaar. In zeldzame gevallen kunnen snoeken 25 tot zelfs 30 jaar oud worden. In Engeland is een vrouwtje van 17 jaar en een mannetje van 16 jaar gemeld.
Karakteristieke kenmerken
De snoek heeft een opvallende bouw: een langwerpig, torpedoachtig lichaam met kleine vinnen en een karakteristieke snavelachtige bek. De rug- en aarsvin zijn bijna symmetrisch en naar achteren geplaatst. De onderkaak is duidelijk langer dan de bovenkaak.
De kleur van de snoek varieert van groenbruin tot grijsbruin met gouden stippen, vlekken of strepen op de flanken, terwijl de buik geelwit is. Naarmate de vis ouder wordt, verdwijnen de goudgele patronen; oudere snoeken zijn vaak egaal en donkerder van kleur. Vrouwtjes kunnen een lengte van circa 140 cm bereiken, terwijl mannetjes niet groter worden dan ongeveer 85 cm.
Mopskop
Soms wordt er een mopskop snoek gevangen, ook wel snub-nosed pike genoemd. Dit is een afwijking waarbij de bovenkaak aanzienlijk korter en krommer is dan de onderkaak. Het is onduidelijk of deze afwijking veroorzaakt wordt door verontreinigingen, zoals bij andere vissoorten (brasem: pug heads), of dat het een natuurlijke afwijking is. Deze mopskopsnoeken kunnen ook normale lengtes en gewichten bereiken en vertonen verder geen afwijkingen.


