Beste medesnoekers, wij zijn een groepje Belgen dat bijna wekelijks naar onze noorderburen afreist om er te gaan vissen, meer bepaald snoeken. Velen vinden ons een stelletje gekken omdat wij zoveel kilometers rijden om een visje te vangen!
Nu is ons de vraag gesteld wat ons zo gedreven maakt om die wekelijkse uitstap te maken.
Eigenlijk kunnen we dit heel kort houden. De reden daarvoor is dat er in België veel minder potentieel water te vinden is om te gaan snoeken of roofvissen. Hier zijn wel veel vijvers, waar natuurlijk ook snoek op zit. Maar met de openbare wateren hier, zoals kanalen en rivieren is het veel minder goed gesteld met de snoek. We zijn hier eigenlijk beginnen te vissen op de plaatselijke witvisvijvers in clubverband. Dit was telkens op dezelfde vijver waardoor de sleur zat er al snel in zat. Dus op naar een andere uitdaging, roofvissen.
Het moeilijkste vonden wij om te starten en natuurlijk goed viswater te vinden (google earth doet wonderen). Zo zijn we al een week tevoren aan het voorbereiden hoe, wat en waar we volgend weekend gaan vissen. Zaterdag of zondag starten we met al vroeg op te staan. Het gekke is als we in de week opstaan om te gaan werken hebben we het er moeilijk mee uit ons bed te geraken. Dit is niet het geval bij een dagje snoeken. Afhankelijk van welk water we gaan bevissen staan we op tussen 4 en 6 ten laatste, om toch maar zeker voor het opkomen van de zon aan of op het water te zijn! Ze zeggen toch altijd dat de snoek het meest actief is bij het op en ondergaan van de zon. Er zijn soms wel dagen bij dat we om en bij de 500 kilometer gereden hebben om een snoekje te kunnen verschalken.
Wat maakt ons nu zo gedreven om telkens deze uitstap te maken? Het heeft natuurlijk een heleboel factoren. Het zoeken van wat waar en hoe we de snoek overhaald krijgen is voor ons een uitdaging. Het experimenteren met allerhande kunstaas en hoe we deze het beste bevissen.
De mooie natuurelementen die je tegenkomt op een visdag, maken er al een leuke dag van. Om nog maar te zwijgen van de geweldige aanbeten van onze groenjassen die reuze gemeen uit een klein hoekje kunnen komen, doet de adrenaline stijgen. De rust op het water geeft er in de zomerperiode natuurlijk nog een extra boost bij. Al is het in deze periode niet altijd even gemakkelijk om een grote snoek te vangen. En natuurlijk de kameraadschap van de vismakkers is hier niet onbelangrijk bij.
Het fijnste vind ik persoonlijk om er met de boot op uit te trekken. Dit is ook al een avontuur op zich. In het begin trolden we alleen maar, na een tijdje probeerden we ook andere manieren. Zo zijn we ook de plantenbedden gaan beginnen uitwerpen en met de fireball actief geworden. Wat ons wel opviel was dat de snoeken met de fireball over het algemeen een stuk groter waren, dan als we zouden trollen. Dat is de reden dat we met dood aas beginnen vissen zijn in de wintermaanden, wat dit seizoen toch goed gelukt is. Nu het gesloten tijd is maken we er gebruik van om nieuwe viswateren te zoeken. We hopen er snel terug tegenaan te kunnen gaan. Natuurlijk eerst met de boot en tegen de winter opnieuw enkele dikke meters vangen met dood aas.
Allemaal goeie vangsten gewenst!
The belgian piker’s