Het is eind september als we besluiten dit jaar wat eerder de inmiddels stoffig geworden doodaas-setjes weer uit de kast te halen, en onze favoriete predator (de snoek) te gaan belagen. Vorig jaar vingen we de snoeken eind oktober voor het eerst in hun winterverblijf, maar wie weet waren ze er nu al en anders misschien al dichtbij…
Na een wat koudere nacht is het zover en besluiten we naar één van onze stekken te rijden die ons altijd wel voorzien heeft van mooie vissen. Als we aankomen en we alletwee uit de auto stappen begroet het ochtendzonnetje ons, het voelt nog wat fris aan maar dat zal gauw voorbij zijn als de zon wat hoger staat. We besluiten om eerst een wandeling te maken naar de beoogde stek. De wind komt uit het zuidwesten, krachtje 3-4 en af en toe trekt er een witte wolk voorbij. Een perfecte dag om onze hobby te gaan uitvoeren. We nemen nog een bak koffie en besluiten onze spulletjes in orde te gaan maken. Hengels worden opgetuigd en al gauw suizen de eerste dode aasvissen door de lucht richting het water. Als de aasvissen net een kwartier perfect op de spots liggen en de koffie bijna op is besluit mijn maat z’n dobber de diepte op te zoeken, dat is sneller dan we beiden hadden verwacht!
Na een aantal seconden slaat hij ferm aan en merkt al snel dat het om een leuke vis gaat, “hoezo dit jaar eerder beginnen” roep ik naar hem! De dril is veel heftiger dan in hartje winter, maar uiteindelijk wint hij het gevecht toch, de eerste meter tijdens onze eerste doodaassessie is een feit! Ze meet net boven de meter en wat een prachtige tekening.
Hij wilt de vis net terug gaan zetten als ik zie dat mijn dobber ook uit het zicht is verdwenen… en bij nadere inspectie blijkt ook mijn andere dobber te bewegen en ook deze verdwijnt rustig onder het wateroppervlak. De eerste vis glijdt terug in het water en dan pakken we beiden een hengel op om aan te slaan. Allebei blijken we goed de haak te hebben gezet, en de eerste dubbele bijna triple hook up is een feit! De vis die mijn maat binnendrilt blijkt niet heel erg groot te zijn een cm of 80, de andere vis gaat wederom de metergrens halen, 103 cm. Met twee meters na nog geen half uur te hebben gevist zijn wij al dik tevreden met deze dag! Wat een start!
Mijn maat is net bezig om een paar mooie platen te schieten van mij en m’n snoek als ik ondertussen even een blik werp over het water zoekend naar de nog enige dobber in het water…? Ook weg? Het zal toch niet? Op zeker, ook dobber nummer vier is spoorloos.
Als mijn maat op de plek aankomt waar zijn hengel veilig hoort te liggen ziet hij echter niets anders dan een lege steun, riet en gras? Nee toch? Hoe kan dit gebeuren, de beugel stond zelfs open…? Goed, spooronderzoek komt later wel, direct besluiten we te gaan dreggen, want de hengel kan nog in de buurt liggen. Na 10 minuten hopeloos te hebben gedregd besluiten we het op te geven als ik in de verte zijn dobber zie drijven. Hij gooit in de richting van de dobber en pakt meteen weerstand, het is zijn draad dat hij binnendraait van de verloren stok. Later trekt hij ook de hengel mee, de vis zit er niet meer aan, maar gelukkig zijn hengel hebben we terug.