Statisch

Onze eerste kennismaking met het doodaasvissen was middels het statisch doodaasvissen. Dit was meer een praktisch keuze dan een doelbewuste keuze. Reden hiertoe was dat wij van origine karpervissers zijn, de omschakeling naar het statisch doodaasvissen was dan ook een kleine. Qua materiaal is het statisch doodaasvissen namelijk identiek aan het statisch karpervissen. Men kan er voor kiezen om alleen met een optonic te vissen, alleen met de dobber te gaan vissen, of te kiezen voor een combinatie van beide.

Statisch techniek

Gelijk aan het karpervissen…

Doodaashengels…

Welk wapenarsenaal hebben we nog meer nodig? Zelf gebruiken we voor het doodaasvissen redelijk zware hengels (circa 2,75 lbs / 3.30 mtr). De reden is tweeledig. Enerzijds moeten we goed de haak/dreg kunnen zetten in de harde bek van de snoek, anderzijds is het ook een prettig gevoel als je weet dat je met gemak bijvoorbeeld een zware makreel weg kunt zetten zonder dat de hengel gaat kraken. Op onze baitrunners spoelen we een 36/00 nylon lijn, of een sterke gevlochten lijn van minimaal 25/00 (liever veel te dik dan gemiddeld, de roofvis wordt namelijk niet beter van een takel met een stuk snoer in z’n bek). De baitrunners zetten we op een losse stand, zodat de snoek lijn kan nemen. Let wel: bij een aanbeet dien je meteen aan te slaan, vooral wanneer er met een doodaastakel wordt gevist!

Dubbelrun…

Als optonics zetten wij Fox optonics (met swingers van Fox) in. Dit heeft als reden dat wij Fox een kwalitatief goed merk vinden, maar elke optonic die het nog doet na een regenbui en waar geluid uitkomt “will do just fine”. Sommige roofvissers kiezen ervoor om alleen met een dobber te vissen. Het probleem schuilt hier echter in dat wanneer je een dubbele aanbeet mocht krijgen de roofvis de doodaastakel kan slikken, tijdens het drillen houdt je immers niet altijd de dobber van de andere hengel in het oog. Wij hebben zelf nog maar één keer een dubbele aanbeet mogen krijgen, maar dankzij het geluid van een schreeuwende optonic toch alletwee de aanbeten kunnen verzilveren.

Onze ervaring met het statisch doodaasvissen is dat men over voldoende “zitvlees” moet beschikken. Zo hebben we eens op een cultuurwater een metersnoek binnen één minuut gevangen. Gewoon uit het werk een uurtje vissen. De makreelstaart was zelfs nog deels bevroren. Maar we hebben ook een keer een metersnoek gevangen op een sardine die 24 (!) uur had ingelegen. Deze sardine hadden we gedurende 24 uur niet verplaatst. Wat soelaas kan bieden is om de zoveel tijd (circa twee uur) de aasvis te verplaatsen, om zodoende andere delen van het water af te vissen.

Gevangen na 24 (!) uur…

Gevangen binnen één minuut…

Zorg dus dat je over voldoende doorzettingsvermogen beschikt. Je vist immers op de grootste snoeken van het water. Wanneer zo’n metersnoek in de ochtend een brasem heeft gegrepen is het reëel om te denken dat hij je aasvis in de middag links laat liggen. Wees dus voorbereid op een aantal dagen blanken en laat je niet te snel uit het veld slaan, er zwemmen meer monstersnoeken op een water dan je denkt. Ons motto: wil je veel snoek vangen ga dan met een spinner de polder in en wil je de specimens van het water vangen ga dan met groot dood aas aan de slag. Let wel: zorg zoals reeds genoemd voor een goede voorbereiding. Grote delen van een water kunnen in de winter visloos zijn. Probeer de roofvis dan ook te lokaliseren. Je kunt immers beter een paar uur op een hotspot vissen dan dagen achtereen op een visloos deel van een water, maar dat spreekt voor zich.

Voor de montage van het statisch doodaasvissen verwijzen we je naar de desbetreffende pagina: montage statisch vissen.

Geduld is een pre bij het doodazen...

Geduld, geduld, geduld…